49ste plaats, Antwerpen
Kruimelpad
Hysterie over historie
In Antwerpen is weer een historische lift ter ziele gegaan, lees ik in een anoniem bericht op Facebook. Verschrikkelijk jammer, wéér zo’n mooie houten liftkooi met ijzeren schaardeuren en waarschijnlijk oude koperen drukknoppen en plaatjes met ‘rez de chaussée, premier étage’... Liften uit de tijd dat er nog ambachtelijk werk aan te pas kwam want vaak werd zo’n lift ontworpen voor -en in de stijl van- het gebouw.
Het probleem zit hem in het aspect veiligheid, een federale bevoegdheid. Een Koninklijk Besluit van 2003 ordonneert dat tegen eind 2022 (ook) alle liften van vóór 1958 aangepast moeten worden aan de huidige veiligheidsnormen. Anders worden ze stilgelegd of gewoon afgebroken en vervangen.
Niks mis met veilige liften maar zijn die historische exemplaren dan onveilig ? Ik zou durven beweren van niet, en ik heb recht van spreken: twintig jaar woonde ik in een appartementsgebouw waar zo’n pareltje de inkomhal sierde. Gasten die de lift voor de eerste keer zag, stonden in bewondering. Ze waren nooit bang om ze te gebruiken, integendeel. Er is in die twintig jaar nooit 1 incident geweest, zelfs niet met kinderen die de lift namen.
Er is een standaardmethode om de veiligheid van liften te testen, die bestaat uit: vakjes aankruisen op een standaardformulier. (toegegeven, een beetje kort door de bocht) Als die werkwijze wordt toegepast op een historische lift, luidt het verdict: niet veilig.
Toch laat het KB van 2003 toe dat er afgeweken kan worden van de standaardmethode. Er is een subcommissie van de FOD Economie waar eigenaars van een historische lift terecht kunnen om een uitzondering te vragen. Vreemd genoeg komt die commissie niet samen.
De alternatieve methode is de Kinney-methode, die bijna niet wordt toegepast. Bij die methode worden de eventuele risico’s ingeschat door middel van een puntensysteem. Voor de onderdelen van de lift die lager scoren op veiligheid, kunnen technische oplossingen gezocht worden, zonder aan het uitzicht van de lift iets te veranderen.
Onlangs is er een zorgvuldig aangepaste lift in Oostende volkomen veilig verklaard na keuring volgens de Kinney-methode. Het precedent is bij de federale overheidsdienst ingeslagen als een bom, specialisten zijn ter plaatse gaan kijken en hebben het veiligheidscertificaat in twijfel getrokken. Het erfgoedaspect werd zelfs niet in overweging genomen.
Na vragen in de commissie onroerend erfgoed, na gesprekken met eigenaars van liften, na het lezen over de casus in Oostende, blijf ik zitten met de volgende vragen:
*waarom komt de subcommissie historische liften niet samen ?
*vanwaar de onwil om de Kinney-methode toe te passen op historische liften ?
*waarom wordt de risico-analyse van de Oostendse lift in twijfel getrokken ?
*wat is de verhouding tussen de keuringsfirma’s, de subcommissie en de liftconstructeurs ?
*waarom werkt het federale niveau niet samen met Vlaanderen aan het dossier ?
Zoals het er nu uitziet, zal de deadline van eind ’22 NIET worden uitgesteld, zal het KB van 2003 NIET worden aangepast, zal de Kinney-methode NIET worden aanvaard of toegepast. Honderden eigenaars zullen tienduizenden Euro’s mogen neertellen voor het vervangen van hun historische lift. En bovenal: we verliezen een prachtig stuk erfgoed !
Mijn conclusie: het enige gevaar bij historische liften is dat ze blijven steken op het federale niveau !